Inleiding
Een opmerkelijk gegeven in mijn kwartierstaat is dat ik in drie van de vier kwartieren een gedeelde voorvader heb gevonden. Zijn naam is Jan Evertsen Mulder (1691-) (Kwartierstaat No.386/ No.416/ No.922).
Hoewel ik in het eerste kwartier van mijn kwartierstaat verschillende Scherpenzeelse voorouders heb, ben ik Jan Evertsen Mulder (maar ook zijn vader Evert Jan(t)sen van Veenschoten) in die lijn niet tegengekomen.
Henry Wagensveld
Kampen, Juni 2017
Evert Jansen Mulder (1723-1795)
De zoon van genoemde Jan Evertsen, Evert Jansen Mulder (1723-1795), komt twee keer voor in de 9e generatie mijn kwartierstaat (Kwartierstaat Gijsberta van Roekel (No.56)) en Kwartierstaat Dirk van Voorst (No.48))). Dit zijn resp. No.184 en No.208 in mijn kwartierstaat.
Evert Jansen Mulder, van beroep landbouwer, geboren in Otterlo (Buurtschap Harskamp (“hars-kamp”)), gedoopt op 28 november 1723 in Otterlo, zoon van Jan Evertsen (van Veenschoten) en Jantje Thijsen. Evert is overleden op 4 februari 1795 in Otterlo.
Evert trouwde op 5 januari 1766 in Otterlo met:
Jacomijna Karels, gedoopt op 27 november 1740 in Oosterbeek, dochter van Karel Gerrits en Marijken (Maria) Hendricks. Jacomijna is overleden op 8 mei 1808 in Oosterbeek.
Na Evert volgt een splitsing in twee verschillende stamlijnen.
- De eerste lijn loopt via Karel Mulder (1775-1854) (No.104), Jan Mulder (1825-1893) (No.52) en Gerrit Mulder (1854-1926) (No.26) naar mijn overgrootmoeder Gijsbertje Mulder (1877-1959) (gehuwd met Jan van Voorst) (No.13) in het derde kwartier;
- De tweede lijn loopt via Jan (Evertsen) Mulder (1767-1840) (No.92) en Jacob Mulder (1817-1893) (No.46) naar mijn betovergrootmoeder Gijsberta Mulder (1872-1932) (gehuwd met Cornelis Teunissen) (No.23) in het tweede kwartier.
Mertijen (Martje) Janssen (Mulder) (1721-)
Wat wil nu het geval: In de 10e generatie zien we behalve Jan Evertsen (No.386/ No.416) ook zijn dochter Mertijen (No.461) terug. Mertije is een voorouder in het vierde kwartier van mijn stamboom. In dit geval volgt Jan dus in de 11e generatie nogmaals, maar dan onder nummer 922. Hoe weten we zeker dat Mertijen (Martje) een dochter van Jan is: Dat is heel eenvoudig. Toen haar zoon Jan Willemsen (Huijgenbosch) (Mulder) in 1772 met Geertje Hendriks trouwde, was zijn oom Evert Janssen Mulder zijn getuige.
461 Mertijen (Martje) Janssen (Mulder), geboren in Otterlo (Harskamp), gedoopt op 6 juli 1721 aldaar, dochter van Jan Evertsen (Mulder)[1] en Jannetje (Jantijen/ Jantje) Tijssen.
Mertijen trouwde op 7 december 1738 in Otterlo[2] met:
460 Willem Cornelissen van Huijgenbosch[3]·[4], geboren in Scherpenzeel (“op Huijgenbosch”), gedoopt op 15 maart 1702 aldaar, zoon van Cornelis Willemsen van Wagensveld (van Huijgenbosch) en Geertje Hendricx (van de Glint). Willem werd op 8 januari 1793 in Scherpenzeel begraven.
Dit is wat we weten van Jan Evertsen (Mulder)
368 (=416/922): Jan Evertsen (Mulder)[5], geboren in Scherpenzeel (“op Veenschoten”), gedoopt op 11 maart 1691 aldaar, zoon van Evert Jan(t)sen (van Veenschoten) en Marrijtje Fredericks.
Jan trouwde op 4 augustus 1715 in Otterlo (met attestatie van Scherpenzeel) met:
369 (=417/923): Jannetje (Jantijen/ Jantje) Tijssen, geboren in Otterlo (Harskamp), gedoopt op 14 februari 1692 aldaar, dochter van T(h)ijs Jantsen en Jannetje Thiemensz (Tijmans/ Tijssen).
En van zijn ouders en schoonouders
736 (=832/1844): Evert Jan(t)sen van Veenschoten[6].
Evert trouwde met:
737 (=833/1845): Marrijtje Fredericks. Marrijtje is overleden op 4 oktober 1704 in Scherpenzeel.
738 (=834/1846): T(h)ijs Jantsen, molenaar te Harskamp (“Muller van Harskamp’), zoon van “Jan Evertss tot Harscamp”.
T(h)ijs ging op 27 juni 1686 in Barneveld in ondertrouw[7] met:
739 (=835/1847): Jannetje Thiemensz (Tijmans/ Tijssen), dochter van “Tijmen Philips woonende op de Camp onder Barnevelt”.
Aantekeningen
[1] Nog een onbeantwoorde, maar wel interessante, vraag is hoe de familie ertoe kwam om de naam Mulder te gaan dragen. Jan Evertsen wordt slechts een enkele keer Mulder genoemd. Toch gaan zijn zoons deze naam bezigen.
Mogelijk heeft dit alles te maken met het beroep wat werd overgedragen in de familie. We weten namelijk dat de schoonvader van Jan Evertsen, Tijs Janssen, molenaar van de beroep was. Dit blijkt uit de doopinschrijving van Aeltjen, de zus van Jannetje, op 24 november 1690 in Kootwijk: “November den 24 dito, Aeltjen, Doghter van Tijs Janssen, Muller van Harskamp, onder Otterloo: en Jannitje Tijssen”.
[2] Hoewel het leeftijdsverschil groot was en Martje minderjarig was, weten we wel zeker dat we het hier over de juiste personen hebben. Toen hun zoon Jan op 24 maart 1772 in Otterlo trouwde met Geertje Hendriks, was zijn oom Evert Janssen Mulder zijn getuige.
[3] Willem trouwde later op 1 augustus 1756 in Scherpenzeel met Jacobje (Kobusje) Gijsberts, woonachtig op Huijgenbosch. Jacobje werd op 14 oktober 1786 in Scherpenzeel begraven.
[4] Willem Corneelissen van Wagensvelt werd, na het overlijden van zijn vader Corneelis Willemse van Wagensvelt, op 2 mei 1730 beleend met Huijgenbosch (Woudenberg, H.M. van, 1995).
[5] Jan en Jannetje (Jantijen), woonachtig te “hars-kamp”, werden op 26 september 1716, na het afleggen van openbare geloofsbelijdenis, ingeschreven in het lidmatenregister van Otterlo.
[6] In 1685 was Evert reeds woonachtig op Veenschoten. Hij en zijn vrouw werden beiden, na het afleggen van openbare geloofsbelijdenis, ingeschreven in het lidmatenregister van de (Nederduitsch) Gereformeerde Kerk van Scherpenzeel. De overlijdensdatum van Marrijtje werd in dit zelfde lidmatenregister vastgelegd. Evert werd in 1715 nog genoemd onder de lidmaten in de lidmatenlijst van ds. Abraham Jacob Schluiter. Hij woonde toen nog op Veenschoten.
[7] Er werd op 24 juli 1686 attestatie verleend om in Otterlo te trouwen. Vanwege een hiaat in het trouwboek van Otterlo is er geen trouwdatum bekend.