Hermannus (van) Wagensveld (Wagensvelt) (1763-1840)

Hermannus (van) Wagensveld (Wagensvelt) werd eind november, begin december 1763 in Scherpenzeel (“in ’t Dorp Scherpenzeel”) geboren als zoon van Derk (Dirck) (van) Wagensveld (Wagensfeld) en Clara van den Toorn. Hij werd op 3 december 1763 in Scherpzeel gedoopt. Hieronder zijn inschrijving in het doopregister (Afbeelding 1, 1763)[1].

De eerste keer dat Hermannus wordt genoemd is bij de verkoop van zijn ouderlijk huis op 23 november 1789. Hermannus “ondertekende” zelf de akte. Aangezien hij niet kon schrijven zette hij een kruisje onder de akte. Er wordt geschreven: “Dit merk + heeft Harmanus van Wagensveld zelf getekend”. In het register van het gerecht is van deze verkoopakte alleen een kopie opgenomen. Omdat dit een geschreven kopie betreft zijn de handtekeningen ook kopieën. Het origineel werd over het algemeen aan de koper meegegeven en diende als eigendomsbewijs (Huis Scherpenzeel, 1434-1926).

Hermannus was van beroep “metzelaarsknegt” (opperman). In diverse akten wordt aangetekend dat hij metselaar was, maar ook wordt als beroep dagloner aangetekend. Gezien het feit dat het werk in de bouw seizoensarbeid is, wordt hij ook regelmatig genoemd als wolkammer. Dit werk verrichtte men dan in de winter als er geen werk was in de bouw. Hermannus is vrijwel zeker in Scherpenzeel opgegroeid, maar daarna aan het reizen gegaan. Zo vinden we hem terug in Amerongen (1791 en 1794), Rhenen (1794), Zoelen (1797), Scherpenzeel (1798), Opheusden (1800), Woudenberg (1803), Opheusden (1805) en in Veenendaal (1808). Uiteindelijk woonde hij vanaf 1810 in Woudenberg. Bij de volkstelling van 1830 wordt hij genoemd als wolkammersknecht, woonachtig aan de Knaapstraat in Woudenberg.

In 1791 werd Hermannus (24 jaar oud), toen als knecht in dienst bij metselaar Klaas van Os in Amerongen, voor het dorpsgerecht aldaar gedaagd. Hij moest een verklaring en eed afleggen vanwege een vechtpartij tussen hem en een schaapherder van de kinderen van Cornelis van Spanjen uit Elst. Deze vechtpartij had plaats op 6 september 1791 in de herberg van Tijmen van Ree in Amerongen (alwaar de Posthoorn uithangt). Ook Aart van der Voort (25 jaar) en Hendrik van Soest (45 jaar) werden gehoord in deze zaak (Postema, H.J., 2013). Op 17 januari 1794 werd Hermannis opnieuw voor het gerecht in Amerongen gedaagd. Dit keer moest hij, samen met Sijbart van Soest, op 3 februari 1794 om 10 uur in de ochtend voor het gerecht verschijnen. In het geval dat zij minderjarig waren, werd hun ouder of voogd geacht aanwezig te zijn. Uit een aantekening van 17 maart 1794 blijkt dat Hendrik van Zoest, de vader van Sijbart, namens zijn zoon, een boete van 25 gulden heeft opgelegd gekregen wegens vechten, trekken van het mes en ander geweer in de herberg de Posthoorn met Harmanus Wagensveld (Postema, H.J., 2013).

Voordat Hermannus trouwde met Hendrijn Budding had hij vrijwel zeker een buitenechtelijke relatie met Maria (Anna/ Janna Maria) van Dijk. Uit deze relatie werd een dochter geboren. Het gebeurt niet vaak dat het doopregister de vader van een onecht kind vermeld, maar nu werd in het register aangetekend: “een onegt kind van Janna Maria van Dijk, waar van volgens ’t doopbriefje vader is Hermannus Waversveld”.

Maria van Dijk, ook Anna Maria of Janna Maria genoemd, werd geboren in Elst (Ut.) en op 10 mei 1767 in Amerongen gedoopt. Zij was een dochter van Willem Hendriksen van Dijk en Grietje (Peters) van Weerdenburg. Anna Maria werd op 23 maart 1805 in Scherpenzeel begraven. Zij trouwde later op 11 maart 1798 in Amerongen met Gijsbert van Wagensveld[2], een broer van Hermannus.

Hermannus, woonachtig in Zoelen, trouwde op 12 februari 1797 in Opheusden (Afbeelding 2, 1797)[3] met Hendrijn(a) (Hendrika) Budding(h). Zij werd op 2 november 1772 in Opheusden geboren als dochter van Peter Budding(h)[4]·[5] en Aaltje Hendrikse van den Erpeka en werd op 8 november 1797 aldaar gedoopt[6].

Aangezien er in Zoelen attestatie moest worden gevraagd, daar Hermannus in deze plaats woonachtig was, is de huwelijksaangifte ook hier in het huwelijksregister ingeschreven: “Den 27 janry 1797 Zijn volgens attestatie van A: Goethart Secrets Voor Commisariën van Huwelijk zaken te Opheusden Jan den Hertog en Corn: Van Florestijn In Wettigen ondertrouw opgenomen (Bruijdegom) Hermanes Van Wagensveld J.M. Geboren te Scherpenzeel en Wonende te Zoelen. (Bruijd) Hendrina Budding J.D. Geboren en Woonende te Opheusden dewelke alhier onverhinderd hunne Drie Huwelijks Proclamatien hebben gehad. Getuijgen: -. 1e Gebod: Den 29 January. 2e Gebod: Den 5 February. 3e Gebod: Den 12 Dito. Solemnisatie: Waar Van zij Den 12 Februarij Attestatie bekomen hebben na Opheusden om aldaar te trouwen”.

Hendrina Budding werd op 30 oktober 1797 ingeschreven in het lidmatenregister van de (Nederduitsch) Gereformeerde Kerk van Scherpenzeel: “(Woonplaats) “In ’t Dorp” | (Naamen) “Hendrina Budding” | (Aankomst) “Ingekomen met attest van Utrecht den 30 Oct 1797” | (Versterf of vertrek) “vertrokken met att: naar Utrecht den 20 Junij 1798”.

In 1804 werd door Napoleon de “Code Napoleon” ingevoerd. De Burgerlijke Stand was daarvan een onderdeel. De invoering van de Burgerlijke Stand had als gevolg dat geboorte, huwelijk en overlijden voortaan op één centraal punt door de burgerlijke gemeenten moesten worden geregistreerd. Voordien werd dit door de kerken bijgehouden wat in de praktijk leidde tot onoverzichtelijkheid. Iedere kerk of kerkgenootschap voerde zijn eigen administratie. De volkstellingen boden ook geen uitkomst daar deze ook al snel gedateerd raakten. De invoering van de Burgerlijke Stand bracht mee dat er op een gemakkelijker manier belasting kon worden geheven en dat de dienstplicht makkelijker kon worden afgedwongen door deze centrale vorm van burgerregistratie.

In de noordelijke Nederlanden werd de Burgerlijke Stand in de praktijk pas in 1811 ingevoerd. Een verplichting die in dat jaar werd toegevoegd was dat iedereen een vaste en erfelijke achternaam diende aan te nemen. Tot die tijd droegen nog veel mensen een patroniem[7]. Hermannus droeg al een erfelijke achternaam, dus hij hoefde geen achternaam te laten registreren. Overigens droeg zijn nageslacht niet langer het voorvoegsel “van”. In Woudenberg waren er maar twee personen die officieel een achternaam hebben laten registreren. (Register van Naamsaanneming Woudenberg).

Op 8 februari 1818 overleed Hendrijna Budding in Woudenberg. De aangevers geven haar overlijden als volgt aan bij de Burgerlijke Stand: “Dat op den Elfden[8] dag dezer maand Februari des voormiddags ten Elf uren is overleden Hendrijna Budding oud vijfenveertig jaren, zonder beroep wonende in dezen Gemeente gehuwd geweest met Hermanus Wagensveld dochter van wijlen Peter Budding en Aaltje N:N:[9] in het huis Numero Tweehonderd Zes in de Knaapstraat bij Scherpenzeel onder Woudenberg”.

Na het overlijden van Hendrijna werd op 20 juli 1818 een “Certificaat van Armoede” opgemaakt door de Schout van Woudenberg. Deze moest dienen als memorie van successie[10]. Het volgende wordt in de verklaring vastgelegd: “Nalatenschap van Hendrijna Budding: Ik ondergetekende Lammert van Otterloo In qualiteit als armmeester der gereformeerde gemeente te Woudenberg woonende te Woudenberg Provincie Utrecht, kiezende domcilium ten huize van C:J: Philippo Procereur wonende te Amersfoort, Provincie Utrecht, in de MuurhuizenStraat Wijk – No. – verklare dat tot de Nalatenschap van Hendrijna Budding, overleden te Woudenberg den agtsten februari 1818 oud circa 45 Jaren, geene roerende of onroerende Goederen behoren, alzoo dezelve, tot deszelfs dood, door ons Arme-Fonds is gealimenteerd geweest. Amersfoort den Twintigsten july 1818 L V Otterloo”. De akte wordt vervolgd: “De ondergetekende Burgemeesteren Schout der gemeente Woudenberg, verklaren dat Hendrijna Budding te Woudenberg overleden den agtste Februarij 1818 ingevolge bovenstaande Certificaat, voor zoo veel Hun Ed. Achtb. bewust is geene roerende of onroerende Goederen heeft nagelaten. Woudenberg den Twintigste Julij 1818 Burgemeesteren Schout voornoemd H Lagerweij, Ter Ordonnantie van dezelve H. Lagerweij” .

Over Hermannus is verder weinig bekend. Hij wordt nog eenmaal genoemd in een gerechtelijk proces op 13 februari 1829. Tijdens dit proces werd, op zijn verzoek, de geboortedatum van de jongste zoon, Jan, vastgesteld. Dit ten behoeve van diens inschrijving voor de Nationale Militie (dienstplicht). Er moest, bij gebrek aan een doopbewijs, een akte van bekendheid[11] worden opgemaakt. De hierna volgende getuigen werden gehoord; Jan van de Meert (van beroep dagloner), Klaas van Wagensveld (van beroep wolkammer), Teunis Veldhuizen (van beroep daghuurder), Anthonie Bosterdijk (van beroep opperman), Barend van der Kuijl (van beroep daggelder), Dirk Buurman (van beroep daggelder) en Jan van Kooten (van beroep metselaar). De getuigen verklaarden tijdens het proces, dat werd geleid door “Jan Goudoever, vrederechter van het kanton Amersfoort, nummero 2, provincie Utrecht”, onder ede dat Jan in april 1810 in Woudenberg is geboren. De hiervoor gemelde getuigen verklaren te weten dat hij, Jan, de zoon is van: “Hermanus Wagensveld, metselaarsknegt te Woudenberg en van wijlen Hendrika Budding (en dat hij) den voorschreven naam van Jan altijd gedragen heeft, schoon dat hij indertijd verzuimd is te doopen.” Een afschrift van deze akte werd als bijlage toegevoegd aan de huwelijksakte van Jan.

Vervolgens komt Hermannus nog terug in de volkstelling van Woudenberg in 1830: Hermanus Wagensveld (60 jaar oud, wolkammersknecht van beroep) woonde met zijn gezin in het huis nummer 212 aan de Knaapstraat. Zijn kinderen waren: Jan ((20) wolkammersknecht van beroep), Hermanus (kleinzoon (1)), Klaartje (28), Petronella (18), Reintje (16) en Hendrika (kleindochter (5)). De leeftijden kloppen duidelijk niet helemaal, zeker niet die van Petronella. Zij had toen al twee kinderen. In het register van de volkstelling van 1840 wordt vermeld dat Hermanus inwonend was bij zijn zoon Jan in het huis nummer 218-C aan de Knaapstraat.

Hermannus overleed, 77 jaar oud, op 16 december 1840 in Woudenberg. Zijn overlijden werd dezelfde dag nog aangegeven door zijn zoon Jan Wagensveld en Aalbert van Velthuizen. Zij verklaren: “Dat op den zestienden der maand December dezes jaars, des morgens ten zeven ure, in deze gemeente, en wel in het huis, nummer 219, genaamd de Schreiheuvel, is overleden Hermanus Wagensveld, weduwnaar van Hendrika Budding, oud vijf en zeventig jaren, zonder beroep, geboren te Scherpenzeel en wonende alhier, zoon van Dirk Wagensveld en Clara Wolswinkel, beide overleden(Afbeelding 3, 1840).

Na het overlijden van Hermanus werd op 7 juni 1841 een verlate memorie van successie (een verklaring ten behoeve van de heffing van de erfrechtbelasting) opgemaakt. Blijkbaar hadden de erfgenamen van Hermanus vergeten aangifte te doen. Het volgende wordt in de verklaring vastgelegd: “Bewijs van onvermogen voor het regt van successie: De Burgemeester der Gemeente Woudenberg verklaard bij deze, dat Hermanus Wagensveld overleden binnen deze Gemeente den zestienden December achttien honderd en veertig alwaar het laatst is gedomcilieerd geweest; voor zoo verre Hem bekend is, niets heeft nagelaten, en dat zijne alhier wonende erfgenamen bij versterf zijn Zijne Kinderen Dirk; Aaltje (Aleijda Klara); Petronella en Jan Wagensveld welke in zoodanigen behoeftigen toestand verkeeren, dat de kosten van vervolging wegens verzuimde aangifte, op hen niet verhaald kunnen worden. Woudenberg den 7 Juni 1841”.

De kinderen van Hermannus worden in 1843 nog eenmaal gezamenlijk genoemd: Aleijda Klara van Wagensveld (zonder beroep, gehuwd met Teunis van Veldhuizen, van beroep schipper, wonende te Woudenberg); Petronella van Wagensveld (meerderjarige jongedochter, spinster te Woudenberg); Dirk van Wagensveld (daggelder te Woudenberg); Jan van Wagensveld (daggelder te Scherpenzeel) en hun ooms: Jacobus van Wagensveld (zonder beroep, wonende onder Woudenberg) en Gijsbert van Wagensveld (daggelder onder Woudenberg) deden op 23 december dat jaar een gezamenlijke lastlegging op hun achterneef Jan Jacob Sterk[12], meester schilder te Scherpenzeel, om hen te vertegenwoordigen als erfgenamen van hun achterneef Jan Jacob van Beek[13]. Jan Jacob overleed enkele weken eerder op 5 december 1843 in Breukelen-Nijenrode (Notaris Joost van Hilten jr., 1848).


Aantekeningen


[1] Inschrijving in het doopregister: “den 3 Dec Hermannus. Zoon van Derk van Wagensvelt & Clara van den Toorn wonende in ’t Dorp Scherpenseel”.

[2] Gijsbert van Wagensveld, van beroep dagloner, geboren in Scherpenzeel (“in ’t Dorp”), gedoopt op 23 februari 1766 aldaar, zoon van Dirck van Wagensveld en Clara van den Toorn. Gijsbert is overleden op 15 december 1855 in Woudenberg (Wagensveld: Deel II-H3.8).

[3] Inschrijving in het trouwregister: “D Comm: Cornelis van Florestijn x Jan den Hartog toestemming de ouders van beide overleden. 1797 Den 27 Januarij zijn alhier voor Schepenen in ondertrouw opgenoomen Hermannus Van Wagensveld, J:M. geboren te Scherpenzeel, en woonende te Zoelen, en Hendrijna Budding, J.D. Gebooren x woonende te Opheusden Voorschrevene zijn na 3 voorgaande Zondagse proclamatien als sondag 29 Jan: 5x 12 febr: zoo hier als te Zoelen, nagaan dat voorsz proclamatien onverhindert geschied zijn en met ingekoomen attest van 13 febr: dat voorsch persoonen in den Echt &bonden zijn den 12 febr: door den pred: dezes plaats”.

[4] Peter Budding(h), gedoopt op 18 november 1739 in Nijmegen (getuige was Anna Jansen), zoon van Anthonij Buddingh en Angenis Jansen. Peter is overleden omstreeks 1787 in Opheusden. Toen zijn zoon Leendert (geboren op 22 mei 1787 in Opheusden) op 3 juni 1787 in Opheusden werd gedoopt, werd in het register aangetekend dat Leendert door zijn moeder ten doop werd gehouden, omdat zijn vader was overleden. Peter’s moeder Angenis komt onder diverse namen voor in de kerkregisters van de (Nederduitsch) Gereformeerde Kerk van Nijmegen. Er is in de huwelijksregisters van de (Nederduitsch) Gereformeerde Kerk van Nijmegen geen bewijs te vinden dat zijn vader Anthonij een tweede keer getrouwd is. We kunnen dus aannemen dat zij dezelfde persoon is als: Nieske Anthonies (1731), Agnis Antonisse(n) (1732, 1734), Agnis van Wensen (1736), Angenis Jans(s)en (1739, 1745, 1749) en Angenis van Alst (1748). Angenis werd op 19 september 1706 in Hien gedoopt als Niesken, onechte dochter van Anna Hendricks. Uitgaande van de verklaring van haar moeder is haar vader Anthoni Tuenissen uit Rhenen. Wat haar deed beslissen een ander patroniem (vadersnaam) te gaan voeren is niet duidelijk.

[5] Peter trouwde (I) op 10 juli 1768 in Opheusden met Aaltje Hendrikse van den Erpeka, gedoopt op 19 juli 1743 in Opheusden, dochter van Hendrik Claasse (van den Erpeka) en Aaltje de Haas. Aaltje is overleden omstreeks 1776 in Opheusden. Peter trouwde (II) op 4 mei 1777 in Opheusden met Willemijn(tje) van Ingen, gedoopt op 26 december 1756 in Dodewaard, dochter van Gerrit van Ingen en Helena van Lunen. Willemijn(tje) is overleden op 28 februari 1821 in Dodewaard. Willemijn(tje) trouwde later op 4 november 1787 in Dodewaard met Willem (Hendriks) van de Hofste(e)de, gedoopt op 16 oktober 1757 in Oldenzaal, zoon van Hendrik Willemsen (“Soldaet onder de Compagnie van lt Groede Bataljon van oranje Gelderland”) en Adriana Gerritzen. Willem is overleden op 19 januari 1814 in Dodewaard (Tiel). Willem trouwde eerder op 7 april 1782 in Dodewaard met Maria Dirksen, gedoopt op 24 april 1757 in Zetten, dochter van Derk Philipsen en Peterke Hendriks van Doorn.

[6] Inschrijving in het doopregister: “Sondagh Den 8 November hebben Peter Buddingh en Aaltie van den Erpeca Echtel: een kindt laten doopen: ’t welk op Maandag den 2 Dito gebooren was en genaamt is Hendrijn, Zijnde de Doophefster Grietie Koek.”.

[7] Patroniem betekent vadersnaam. Hendrik, die de zoon was van Jan, heette bijvoorbeeld Janssen (Janszoon), zijn zoon droeg dan weer Hendriksen als achternaam.

[8] Naast de akte werd geschreven: “Elfden doorgehaald en in de plaats gesteld Achtsten, goedgekeurd”.

[9] N:N: is de afkorting van de Latijnse term Nomen Nescio wat betekent dat de naam de aangevers onbekend was.

[10] De memorie van successie was een overzicht van roerende en onroerende goederen van de overledene waarover de erfgenamen successierechten (nalatenschap belasting) moesten betalen.

[11] Een gerechtelijk of notarieel bewijs van geboorte dat op basis van een aantal getuigenverklaringen moest worden opgemaakt bij gebrek aan een geboorte-/ doopbewijs.

[12] Jan Jacob Sterk (1812-1896), echtgenoot van Elisabeth Wagenaar, zoon van Olivier Sterk en Antje Renes.

[13] Jan Jacob van Beek, zoon van Frederik van Beek en Reintje van Wagensveld.


Specifieke bronnen


  • Afbeelding 1. (1763, december 3). Doopregister (Nederduitsch) Gereformeerde Kerk Scherpenzeel. Inschrijving Hermannus van Wagensveld. Scherpenzeel: Gelders Archief (www.geldersarchief.nl).
  • Afbeelding 2. (1797, januari 27). Trouwregister (Nederduitsch) Gereformeerde Kerk Opheusden. Inschrijving Hermannus van Wagensveld en Hendrijna Budding. Opheusden: Gelders Archief (www.geldersarchief.nl).
  • Afbeelding 3. (1840, december 17). BS Woudenberg | Overlijdensakte | 1840-50. Overlijdensakte Hermanus Wagensveld. Woudenberg: Archief Eemland (www.archiefeemland.nl).
  • Huis Scherpenzeel. (1434-1926). Vermelding in het archief van de familie van het Huis Scherpenzeel. Inleiding: In de getypte inventaris uit 1934 bevindt zich geen inleiding op dit archief, maar alleen de volgende veelzeggende tekst: ‘Beschrijving van een collectie stukken, welke zich bevonden in een ijzeren trommel en in de muurkast in de achterkamer op het Kasteel Scherpenzeel.’ Scherpenzeel: Archief Huis Scherpenzeel (Gelders Archief (0430): www.geldersarchief.nl).
  • Postema, H.J. (2013, juni). Archief van de Dorpsgerechten (1515-1813). Nadere Toegang op inv. nrs 122-123. Stukken betreffende voor het gerecht gevoerde lijfstraffelijke en boetstraffelijke processen (1597, 1637-1794). Regionaal Historisch Centrum (RHC) Zuidoost Utrecht (www.rhczuidoostutrecht.nl).